75-plussers en internet

Marion Duimel en Ingrid Meijering

Het CBS heeft cijfers over internetgebruik in 2015 bekend gemaakt [1]. Van de bevolking (12+) heeft 8% nog nooit gebruik gemaakt van internet. Van de 75-plussers is dat beduidend meer: de helft was nog nooit online. GetOud pluist het onderwerp verder uit. We bekijken de cijfers op statline.nl nader en halen informatie uit vijftig interviews die wij vorig jaar met ouderen hielden [2].

Allereerst valt op dat het percentage ouderen dat internet gebruikt, afwijkt van het percentage dat toegang tot internet heeft. Op de vraag ‘heeft u of iemand anders in uw huishouden toegang tot internet’, antwoord 59% van de 75-plussers bevestigend. Maar slechts 41% gebruikt internet minstens eens per week (figuur 1). Er is dus een groep ouderen die internet wel op kan, maar dat niet of nauwelijks doet.

Het is goed denkbaar dat hier echtparen bij zijn waarvan de een wel internet gebruikt en de ander niet. Sommigen ouderen laten internetten graag over aan hun partner, merkten we in gesprekken met ouderen. Niet alle partners leggen zich daarbij neer, zoals bij Maatje (77) thuis: “Ik heb een computer, ik moet er weer mee beginnen. Ik vind het vreselijk. Ik kijk niet eens naar mijn eigen mail. Mijn man dwingt mij dat te doen. Vanmorgen heb ik mijn eerste mails zelf beantwoord.”

Figuur 1. Frequentie van internetgebruik naar leeftijd (2015). Bron: CBS Statline

Maatje is niet de enige die met zachte dwang het internet opgestuurd wordt door een familielid. Ook Henrike (74) is met enige weerstand begonnen, maar is daar achteraf blij om: “Ik wilde eerst nooit maar mijn kinderen hebben mij een laptop gegeven en zeiden: ‘nu het is het afgelopen’. Ik zei: ‘wat een onzin, ik steun de mensen die niet willen’. ‘Jaja’ zeiden ze, ‘het is wel goed’. En nu vind ik het heerlijk, je kunt zo mooi dingen even opzoeken.”

Redenen geen internetgebruik

Feit blijft dat de helft van de 75-plussers nog nooit internet gebruikt heeft. Vrouwen en laagopgeleiden zijn oververtegenwoordigd binnen deze groep. Een van de meest genoemde redenen om niet online te gaan is ‘geen interesse’. Uit eerder onderzoek [3] weten we dat hier veel andere redenen achter kunnen schuilgaan. Zo weet een deel simpelweg niet goed wat internet is. Als niemand het ooit heeft uitgelegd, of laten zien wat het is, kunnen mensen een gebrekkig beeld hebben van internet. Aukje (83) heeft waarschijnlijk wel over email gehoord, maar noemt het een brief: “Ik ben niet van de computer. Ik weet niets van brieven en computers. Ik heb nog nooit een brief opengemaakt.”

Ook Anna (79) kent bepaalde termen niet: “Ik heb best Engels gehad maar ik ken dat allemaal niet, als jullie het over een app hebben, weet ik veel wat een app is. Ik geloof niet dat veel ouderen computeren, ja ze hebben hem in de kast. Ik ben gewoon bang ervan, van zo’n computer, dat ie kapot gaat.” Naast onbekendheid speelt bij Anna knoppenangst mee. Daar hebben meer ouderen last van. Een dame legde ons uit dat in de tijd waarin zij opgroeide, je bijvoorbeeld zomaar een lichtknopje kapot kon maken als je het naar de verkeerde kant draaide.

Sommige ouderen hebben het idee dat de computer en internet te moeilijk is of geven hun leeftijd op als argument, zoals Frederika (91): “Computer en internet voor mij veel te ingewikkeld, daar heb ik helemaal geen zin meer in. Geen computer en al die spullen niet, daar voel ik mij te oud voor daar heb ik geen zin meer in.” Meer ouderen geven aan dat ze geen zin meer hebben om aan nieuwe dingen te beginnen. Hun energieniveau is lager dan vroeger en daarom stellen ze prioriteiten. Ze houden zich alleen bezig met wat ze belangrijk vinden en daar hoort leren internetten niet altijd bij.

Faalangst en schaamte kunnen ook een rol spelen, maar dat is doorgaans niet iets dat je graag vertelt. Enkele ouderen vertrouwden ons toe dat ze zich dom voelen als ze peuters en kleuters behendig met digitale apparaten om zien gaan. Als zij het zo jong al kunnen, waarom kunnen zij het dan niet? Dan maar liever helemaal niet eraan beginnen.

Ook fysieke beperkingen kunnen een rol spelen. Voor sommigen is het simpelweg gewoon te moeilijk, ze hebben last van vergeetachtigheid of slechtziendheid, of hun motoriek is niet goed genoeg. Wellicht zijn dit mensen uit de groep die zegt internet langer dan 3 maanden geleden te hebben gebruikt (6%, zie figuur 1). Zij hebben het ooit wel gedaan of geprobeerd, maar zijn er daarna mee gestopt.

Activiteiten online

De ouderen die wel online zijn, maken onder andere gebruik van email, informatie zoeken en internetbankieren (figuur 2). Deze percentages gelden voor de hele groep 75-plussers, dus 41% van alle 75-plussers gebruikt e-mail, een een derde zoekt informatie of internetbankiert.

Ongeveer een op de zes ouderen houdt zich bezig met spelletjes en muziek op internet. Af en toe verschijnen er koppen in de media over ouderen die massaal op sociale netwerken zitten. Het is echter maar ongeveer een op de acht 75-plussers, en dat is weinig vergeleken met het percentage van de hele bevolking op sociale media. Corrie (79) is heel fanatiek in een spelletje dat ze via Facebook speelt: “Ik speel spelletjes via Facebook. Landleven. Ik ben al heel ver. Ik moet er iedere dag opgaan, anders verlies ik punten. Ik ga een week op vakantie en ik ga nu aan de buurvrouw vragen of zij 7 dagen in wil loggen. Je moet niet vragen hoe verslaafd ik ben. Ik zit er wel 2 – 2,5 uur per dag achter.” Jan (84) is ook een actieve internetgebruiker: “Ik doe heel veel met foto’s en bewerk ze. Ik doe veel met muziek, dan download ik de muziek. Spotify bijvoorbeeld. Ik koop ook muziek bij Apple zelf. Ik ben lid van Brabantnet en als je lid bent van KPN krijg je Spotify er gratis bij.”

Figuur 2. Soorten internetgebruik naar leeftijd (2015). Bron: CBS Statline

Apparaten

Vergeleken met de hele bevolking gebruiken ouderen veel minder vaak een mobiele telefoon om mee online te gaan (figuur 3). Een PC of desktop wordt door de ouderen het vaakst gebruikt, gevolgd door de laptop. De spelcomputer is helemaal afwezig in de groep 75-plussers als apparaat om mee online te gaan.

Figuur 3. Apparatuur om te internetten naar leeftijd (2015). Bron: CBS Statline

Ontwikkeling

Het is de vraag hoe het percentage 75-plussers dat internet gebruikt zich verder ontwikkelt. Ondanks dat er veel cijfers ontbreken en we ze uit verschillende onderzoeken bij elkaar hebben moeten sprokkelen, is er een vrij duidelijke trendlijn zichtbaar wanneer we ze op rij zetten (figuur 4). Ontbrekende cijfers hebben we met stippellijntjes geschat. Duidelijk is dat de percentages gestaag blijven stijgen. Van de 64-74-jarigen heeft inmiddels bijna een even groot deel internet toegang als van de bevolking als geheel. Zij worden vanzelf ouder en het is niet te verwachten dat ze opeens stoppen met internetten op de dag dat ze hun 75ste verjaardag vieren. Het percentage zal dus vanzelf verder stijgen. Bovendien zijn er binnen de huidige groep 75-plussers mensen die alsnog hun eerst stappen online zetten, aangemoedigd of ondersteund door allerlei initiatieven. Zo gaan de bibliotheken in de vier grote steden zich de komende jaren op ‘digitale inclusie’ van ouderen richten.

Toekomst

De ouderen die niet online zijn en dat ook niet van plan zijn, merken dat ze steeds meer buitengesloten worden. De een maakt zich er druk om, de ander haalt de schouders op, zoals An (86): “De computer ben ik nooit aan begonnen. Maar je hoort er eigenlijk niet meer bij, je loopt achter, absoluut. Maar ach, ik ben er tot nu toe gekomen, ik doe alles met de telefoon en dat gaat ook. Tot nog toe gaat het goed.” Of dit goed zal blijven gaan, ligt aan of de samenleving alternatieve kanalen dan het internet openhoudt voor de zogenaamde ‘non-liners’. Over tien jaar zullen de cijfers weer heel anders zijn, maar het idee dat het momenteel nog om een handvol achterblijvers gaat, gaat voorlopig niet op. Alleen al wat betreft de 75-plussers zijn er momenteel ruim 600.000 mensen die geen gebruikmaken van internet. Berekenen we het percentage niet internetters van de hele bevolking (8%) door, dan komen we uit op maar liefst 1,3 miljoen mensen.

Figuur 4. Internettoegang naar leeftijd. Bron: CBS Statline, POLS ’98-’05 en schattingen.

Noten

[1] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/22/acht-procent-van-de-nederlanders-nooit-op-internet

[2] Voor de Koninklijke Bibliotheek (KB) voerden wij in 2015 een onderzoek uit naar het bibliotheek gebruik van 75-plussers. In de 50 interviews vroegen we ook naar internetgebruik. Zie: getoud.nl/kb

[3] In 2007 schreven wij het rapport ’Verbinding maken. Senioren en internet’, waarin onder andere diverse redenen van ouderen om geen internet te gebruiken in staan. Veel van deze redenen lijken nog steeds actueel. Het (SCP-Seniorweb) onderzoek is hier gratis te downloaden.

Loek (84) zit onder andere op Facebook, speelt Candy Crush en bestelt boeken bij bol.com.