Gastles van Janna
Ter voorbereiding op 4 en 5 mei heeft onze gastdocente Janna de leerlingen van groep 8 van OBS Houtrust verteld over de drie jaar dat zij, samen met haar moeder en twee broertjes, in het Jappenkamp verbleef.
Janna vindt het fijn haar verhaal aan de kinderen te vertellen. Ook omdat ze het belangrijk vindt dat er op 4 en 5 mei wordt stilgestaan bij de oorlog die in Nederlands-Indië heeft plaatsgevonden.
Janna vertelt: ‘Mijn vader zat naast zijn baan als leraar, vrijwillig bij de marine. In 1942 werd hij opgeroepen naar het schip te komen. Zijn schip zou vluchten, maar werd getorpedeerd. Hij sprong van het zinkende schip en werd door de Japanners uit zee gehaald en naar de Birma-spoorlijn gebracht. Gedurende de gehele oorlog heeft hij aan deze spoorlijn moeten werken.
Wij woonden dichtbij een klein vliegveldje. Een belangrijke plek voor de Japanners. Op een dag klopten zij bij ons aan en vertelden mijn moeder dat zij een uur de tijd kreeg om haar spullen te pakken en met ons het huis te verlaten. Mijn moeder pakte wat waardevolle spullen, deed ze in een koffertje en nam mij aan de hand en mijn kleine broertjes aan haar rok mee.
Na enige omzwervingen, belandden we in een kamp. We boften. Ons kamp was vroeger een paardenstal en daardoor hadden we water. We boften ook met de nonnetjes die in ons kamp woonden. De een gaf ons les en de ander was arts. Toen mijn moeder een blindedarmontsteking had, kreeg ze van haar een klap op haar hoofd zodat ze flauwviel en geopereerd kon worden. Medicijnen waren er niet meer. Dat we ondanks dat we allemaal hongeroedeem en de mazelen hadden, levend uit het kamp zijn gekomen, is een wonder.
De hereniging met mijn vader was in Singapore. Na de oorlog vertrokken we naar Nederland. Eerst wilden mijn ouders dat niet. Ze hadden namelijk gehoord dat ze in Holland bloembollen te eten kregen en na drie jaar van ellende wilden ze ons dat niet aandoen. Via Het Rode Kruis kwam het bericht dat er in Groningen (mijn beide grootouders woonden daar) voldoende eten was voor ons allemaal. We namen de boot, en via Southampton kwamen we aan in Nederland.
Mijn vader kreeg een jaar de tijd om bij te komen en aan te sterken. Na dat jaar ging hij terug naar Indonesië om na de onafhankelijkheidsstrijd het onderwijs om te zetten van het Nederlands naar het Bahasa Indonesisch. Ons gezin werd dus voor de tweede keer uit elkaar gehaald. Een tijd later volgden wij. Op 11 februari 1951 gingen we dan eindelijk definitief naar Nederland.’
Zie hier meer informatie over onze gastlessen.