“Ouderen begrijpen ons niet, maar wij jongeren onszelf ook niet.”
Joske Vis (stagiaire GetOud)
Een half uur te vroeg gaat de bel, gelukkig staat alles al klaar en hoeft alleen de thee nog gezet te worden. De geur van verse koffie heeft zich al vermengd met de geur van de koekjes. Vandaag hebben we twee jongeren en twee ouderen op het kantoor van GetOud uitgenodigd om aan de hand van stellingen met elkaar te praten over de vooroordelen tussen en over ouderen en jongeren. Als ik naar buiten kijk dan zie ik dat het Tiny (81) is, ja ze wilde niet te laat komen, dus was ze veel te vroeg. Dit had haar wel de kans gegeven de kerk die zich om de hoek van onze locatie bevindt te bezichtigen. Niet veel later komt Kobo (22) binnen en we gaan alvast aan de grote tafel zitten. Ook Frans (79) heeft de weg weten te vinden en is onder de indruk van het gebouw ‘de grote Pyr’. Bijna tegelijk komt ook Ilsa (22) aan.
Stipt half drie zijn we compleet en klaar om aan de slag te gaan met de eerste stelling: ‘er zijn veel vooroordelen en stereotyperingen tussen jongeren en ouderen’. Ilsa vertelt dat ze denkt dat jongeren ouderen eenzaam vinden en dat zij zichzelf in de slachtofferrol plaatsen. Dit is een oordeel wat jongeren volgens haar over het algemeen over ouderen hebben. Hierop waarschuwt Frans dat je op moet letten dat je niet gaat generaliseren. Vooroordelen van ouderen over jongeren zijn volgens Frans en Tiny dat zij niet opgevoed zouden zijn, omdat ze minder respect tonen aan ouderen. Verder zouden ze asociaal zijn, omdat ze de hele tijd met hun telefoon bezig zijn en uit het feit dat ze minder lezen, blijkt dat ze minder interesse hebben in de wereld.
Vanaf hier gingen we vloeiend over in de volgende stelling: ‘ouderen zijn altijd negatief over ‘de jeugd van tegenwoordig’’. Kobo opende deze discussie verrassend met de woorden; ‘ouderen begrijpen ons niet, maar wij jongeren begrijpen onszelf ook niet’. Tiny en Frans gaven aan dat ouderen zich zorgen maken om de toekomst van de jongeren. Met alle veranderingen in de maatschappij zijn ze bezorgd over wat jongeren tegenwoordig wel niet allemaal moeten kunnen. Het wordt hun ook niet gemakkelijk gemaakt, er is veel keuze. Frans voegt wel nog een nuancering toe: ‘het somber zijn over de jeugd hoort eigenlijk ook bij het ouder worden’.
Frans en Tiny vertellen enthousiast over de verhouding tussen jong en oud toen zij zelf jong waren: ‘Wij (ouderen) hadden vroeger geen contact met ouderen. Er was toen al een gigantische generatiekloof. De kloof tussen jongeren en ouderen is dus niet alleen van deze tijd, deze kloof is er altijd al geweest. De kloof wordt in stand gehouden door het gebruik van woorden als ‘vroeger’, ‘toen ik jong was’ en meer van dat soort referenties naar de eigen tijd’. Kobo oppert dat opvoeding er ook mee te maken heeft. Ouders leren hun kinderen dat oude mensen niets meer kunnen, en dus vormen jongeren een beeld van ouderen als mensen die niets meer kunnen en willen. Iedereen is het erover eens dat over jongeren net zo goed veel negatieve verhalen en programma’s op TV zijn die hen op een verkeerde manier onder de aandacht brengen. Denk maar aan ‘Oh Oh Cherso’. Er zijn weinig ‘goede’ tieners op televisie te zien. Ilsa stelt dat zij hierdoor extra druk voelt om te bewijzen dat die er wel zijn. Ze voelt dat ze zich moet verdedigen door te vertellen dat ze wel de krant leest, veel studeert en ambities heeft.
‘Jongeren vinden dat ouderen saai zijn’, zo luidt onze derde en laatste stelling. Kobo deelt zijn opvatting dat doordat hij ouderen respecteert hij niet samen met hen op hetzelfde niveau staat. Er zijn veel dingen die hij niet in de buurt van ouderen zou doen. Hij zou bijvoorbeeld geen blowtje opsteken als hij bij de tramhalte naast een oudere staat, maar zou dat wel doen naast leeftijdsgenoten.
‘Jongeren vormen veelal hun beeld naar aanleiding van programma’s zoals omroep MAX’, legt Ilsa uit. ‘Ouderen zijn alleen, eenzaam, zitten in een verzorgingshuis en je ziet ze niet zoveel lachen.’ Dit klopt, in de media zijn er vooral twee beelden te zien: de Zwitserleven ouderen en de ouderen die niets meer kunnen. Geen van beiden zet een reëel beeld neer van de gemiddelde 75-plusser, die vaak nog heel actief is, zoals Tiny en Frans.
Na ruim twee uur met elkaar gesproken te hebben, hebben we het gesprek afgesloten. Tijdens de evaluatie gaf iedereen te kennen het heel leuk gevonden te hebben. Dit was te merken, want zelfs na het afsluiten bleef iedereen nog even hangen… Er moesten toch nog wat woorden van de lippen over dit onderwerp, er valt veel over te zeggen. Het enthousiasme dat is losgemaakt was ook te merken aan het feit dat we een aantal dagen na de bijeenkomst een bericht kregen van Tiny waarin ze nog wat aanvullingen had op wat er tijdens de bijeenkomst gezegd was en al onderwerpen aandroeg voor de volgende bijeenkomst.
Frans, Tiny, Kobo en Ilsa hebben ons verrast met nieuwe opvattingen en sommige van onze aannames zijn bevestigd. We hebben ervan genoten dat we zoveel van elkaar kunnen leren en kijken al uit naar de volgende bijeenkomst in juni!