‘Doodgewoon in Den Haag’
Voor het platform ‘Doodgewoon in Den Haag’ verzorgden we de fotografie voor een op 12 oktober 2016 verschenen boek ‘Haagse Waardigheid’. Het boek probeert het onderwerp de dood beter bespreekbaar te maken. We voerden de fotografie uit voor het boek en portretteerden daarnaast 8 mensen, zoals Nelly met haar ‘niet reanimeren’ tatoeage en Hans met zijn boekenkast die na zijn overlijden zijn doodskist wordt. Van de 8 portretten is ook een expositie uitgekomen die in oktober in de Haagse Hogeschool stond.
- Jaar: 2016
- Samen met: Gemeente Den Haag, platform ‘Doodgewoon in Den Haag’
- Ditje Datje: Tijdens het bezoek aan Nelly liet ze ons haar ‘zwarte koffer’ zien, met daarin onder andere brieven met opzeggingen van abonnementen. Ze had alles zo goed geregeld, dat de nabestaanden minimaal werk wachtte na haar overlijden.
Geportretteerden:
Nelly:
Elke keer denk ik weer: Wat een prachtig leven heb ik toch. Als mij iets overkomt, dan is het goed zo, mij hoeven ze niet meer te reanimeren. Dat staat opvallend op mijn borst getatoeëerd. In een zwart koffertje liggen alle papieren klaar voor na mijn overlijden, tot en met de brieven om mijn abonnementen op te zeggen aan toe. Bij leven regel je alles, dus waarom niet ook voor na je dood?
(Nelly is maart 2017 overleden)
Shalini:
Toen mijn opa overleed in Suriname werd hij volgens de traditie gecremeerd. Daarna strooiden we de as uit over de rivier. Het was een prachtige Hindoestaanse ceremonie. In Nederland kan dat niet en strooien we de as na de crematie uit over zee. De witte sari die ik hierbij draag, is evenals het weglaten van sieraden en make-up, het symbool voor de ingetogenheid.
Mimoun:
Mijn roots liggen in Marokko en als ik overlijd, zou het bijna vanzelfsprekend zijn dat ik in Marokko wordt begraven. Op dit moment stel ik mezelf de vraag: ‘Wil ik wel in Marokko begraven worden, als mijn kinderen in Nederland wonen?’ Ik ben Islamitisch en hier zijn Islamitische begraafplaatsen, dus waarom zou ik nog kiezen voor Marokko?
Sander:
De ADO tribune is mijn stek in het weekend. Met vrienden en familie zingen we ‘Oh oh Den Haag’ of schreeuwen we Come on The Hague. Met de dood ben ik nog niet bezig, maar als ik overlijd dan is er in Den Haag een unieke urn waar je voor kan kiezen waardoor je ook na je dood trouw blijft aan ADO.
Taky:
Vanuit Irak ben ik gevlucht naar Nederland. Voor mij is dit het mooiste land op aarde. Hier is democratie, hier is vrijheid van meningsuiting. Ik ben dan wel geboren in Irak, maar ik heb geen enkele twijfel over waar ik wil zijn na mijn overlijden. Ik wil sterven en begraven worden in Nederland.
Adrie:
ALS is een vreselijke en slopende ziekte. Je bent bij volle bewustzijn maar je kan steeds een stukje minder. Ik leef per dag. Gelukkig heb ik mijn vriendinnen en familie die veel voor mij doen en vaak bij me langskomen. Ook ben ik blij met de vrijwilliger van Stichting Terminale Zorg die regelmatig langs komt om een praatje te maken. (Adrie is op 7 september 2016 overleden)
Hans:
Mijn boekenkast is zo ontworpen dat je hem in een handomdraai kan ombouwen tot doodskist en daar wordt hij na mijn dood ook voor gebruikt. Het shirt dat ik draag, is het shirt waarin ik naar naar Santiago de Compostella ben gefietst. Deze heb ik dan aan in de kist. Mijn nabestaanden hebben weinig uit te zoeken na mijn dood, de rouwkaart ligt ook al klaar.
Mariska:
Via de Haagse Hogeschool kreeg ik de mogelijkheid om aan te schuiven bij Resto van Harte om daar met oudere mensen te praten en hun levensverhalen op te tekenen. De gesprekken die ik met de ouderen voer zijn geweldig en maken me elke keer weer blij. Ik merk dat het luisteren en opschrijven van het levensverhaal aan het einde van het leven van grote waarde is.