Corona legt de wereld (en ook het werk van GetOud) grotendeels stil. 70-plussers zijn een kwetsbare groep. We vragen hen hoe zij deze tijden beleven.  

Wim

79, oud-marinier

Oud-marinier
Als oud-marinier stond ik bij dodenherdenking overdag altijd op begraafplaats Crooswijk en ’s avonds was ik met mijn maatjes in Hoogvliet. Vanmorgen heeft onze burgermeester een krans gelegd op de Coolsingel. Dit jaar ben ik thuis dat is vreemd, zeker omdat het juist dit jaar 75 jaar geleden is dat Nederland is bevrijd. Een alternatief is er eigenlijk niet. Ja, via de computer kan je een bloemetje leggen, maar dat is toch anders. Vanavond kijk ik naar de herdenking op De Dam en daarna schakel ik over naar Voetbal Inside.

Overlijden schoonzus
Corona is al heel dichtbij gekomen. Mijn schoonzus, zij woonde in een verpleeghuis, is overleden aan corona. De crematie was klein, er mochten maar 30 mensen aanwezig zijn en dat is inclusief de mensen die op het crematorium werken. Het was toch een beetje gek. Je kunt elkaar geen hand geven of even troosten. Na de korte ceremonie moesten we gelijk weer weg. Er was niets, geen koffie, geen cake. Het afscheid was mooi, maar de sfeer eromheen was anders.

We hadden iets van haar kamer in het verpleeghuis nodig, maar daar mochten we niet naar binnen. De zorg was erg behulpzaam, zij hebben het van haar kamer afgehaald en beneden in de deursluis neergelegd, waar wij het op mochten halen. De kamer wordt nu leeggehaald door mensen uit het huis, beneden neergezet en daar moet je het dan ophalen. Er is niet veel: wat meubels en kleding, maar ook een tv en materiaal van de provider die we terug moeten sturen. We hebben gezegd: ‘Laat de kraakwagen maar komen, dan is alles meteen weg.’ Anders had ik iemand in moeten huren om het leeg te halen en weg te brengen, nu is dat gratis. Dat scheelt toch 500 euro. Het materiaal van de provider moeten we terugsturen, dus we moeten nog even kijken hoe we dat gaan doen. Dat zijn de dingen waar je nu tegenaan loopt.

Geen biertje in de kroeg
Iedere vrijdag ging ik naar mijn kroegje. Potje bier, dobbelen en weer naar huis. Dat mis ik. Net als mijn klaverjasavond op donderdag. Nu zit ik thuis. Bij mooi weer ben ik veel buiten in mijn tuin te vinden, haal een boodschapje en fiets een rondje. Er komen nog wel eens mensen langs om even te ouwehoeren, maar meestal alleen. Via de computer heb ik ook sociale contacten en kan ik Facetimen. Af en toe speel ik online een potje klaverjas, maar niet te vaak, anders zit je alleen maar achter de computer.

Een mondkapje draag ik nog niet, maar is dat nodig, dan ga ik er een dragen. In Japan en China lopen ze al jaren met die dingen rond. Ik denk dat het nooit meer uit het straatbeeld zal verdwijnen. Op dit ogenblik denk ik nog wel als ik iemand met een mondkapje zie: Die is verkouden, maar eigenlijk weet ik het niet. Als ik verkouden word dan ga ik een mondkapje dragen, die heb ik niet in huis, maar ik kan er wel aankomen. En heb ik hem niet op tijd, dan trek ik mijn baret over mijn hoofd.