Corona legt de wereld (en ook het werk van GetOud) grotendeels stil. 70-plussers zijn een kwetsbare groep. We vragen hen hoe zij deze tijden beleven.  

John

80, vrijwilliger, getrouwd, groepswonen.

Dagelijks leven
Samen met mijn vrouw ben ik thuis, zo veel als mogelijk binnen. Ik heb het geluk dat ik een verzamelaar ben en zo heb ik ook allemaal DVD’s van de Life Aid concerten verzameld. Afgelopen week heb ik ze allemaal bekeken. Prachtig! Tegelijkertijd bedenk je je, als je naar de opnames kijkt: ‘Daar staan gewoon duizenden mensen bij elkaar, dat kan nu niet meer.’ Dan pas besef je wat zich nu allemaal afspeelt. Gelukkig heb ik mijn vrouw, hebben we een dak boven ons hoofd en is het warm. Het kan allemaal zoveel erger. Maar de situatie is momenteel elke dag hetzelfde: Je kan niet meer weg. Met pijn in mijn hart heb ik afgelopen week de kapper afgezegd. Al 20 jaar kom ik bij hem, maar ik durfde het niet aan. Ondanks dat hij alle veiligheidsmaatregelen neemt, zit hij toch gewoon 75 centimeter bij mij vandaan.

Contacten
We zijn geïsoleerd, hebben geen fysieke sociale contacten, maar we kunt nog wel via de moderne communicatiekanalen elkaar bereiken. Mijn kleindochter stuurde afgelopen week: ‘Hoe is het opa en oma? Als er iets is, laten jullie het dan weten?’ Daar word je dan wel even stil van.

En ik ben ook nog stadsdeelvoorzitter Segbroek voor Groep de Mos / Hart voor Den Haag, daartegen moet ik ook zeggen dat ik voorlopig niet op pad ga. Het merendeel begrijpt dat je nu geen contact wilt.

Groepswonen
We wonen in de woonvorm ‘groepswonen’, maar daar merk je nu weinig van. Normaal gesproken drinken we eens per week samen koffie en hebben we een keer per drie weken een borreluur. Dat kan niet meer doorgaan. Natuurlijk kregen we de vraag: ‘Maar deze keer kan toch nog wel doorgaan?’ Dan moet je resoluut zijn en zeggen: ‘Nee, we zijn allemaal tussen de 60 en 80, we moeten oppassen’.

Saamhorigheid
Het is vervelend om te zeggen, ze zeggen dat er saamhorigheid is, maar kijk eens wat er allemaal wordt gehamsterd. Ze grijpen alles voor elkaars neus vandaan, in de oorlog gebeurde dat ook. Het grote verschil is alleen dat men er toen soms wel 100 km voor moest fietsen.

Angst
Ik ben 80 en diabeet en ik reken dan maar zo dat ik de eerste ben die aan de beurt is. De angst die ik heb is dan toch dat de arts zegt: ‘U kunt niet meer worden opgenomen’. Daar heb ik het moeilijk mee. Zijn vrouw voegt hieraan toe: ‘Dat het slachtoffers gaat kosten, dat is zeker, maar ik heb dan liever oudere dan jonge mensen. Als ik een bed bezet houdt en er is een jonge man die ook een bed nodig heeft, dan sta ik hem af. Het kan allemaal nog veel erger. Tel je zegeningen!’